Hoezo veel te extreem en drastisch?‘Maatregelen kabeljauw Oostzee veel te drastisch’
2.8.2019
BRUSSEL – De Europese Commissie heeft de onmiddellijke sluiting van de visserij op oostelijke kabeljauw in de Oostzee afgekondigd. Extreem en veel te drastisch, vindt Europêche.
De Europese koepel van visserijorganisaties vindt de insteek van de EC ‘extreem’ en ten koste gaan van de lokale visserijgemeenschappen. De EC laat de oren hangen naar een aantal radicale ngo’s, en negeert bovendien het antwoord van ICES op de vraag naar het effect van een sluiting. De sector ziet veel meer in een significante reductie van de vangsten in het komende half jaar.
Gezien de slechte staat van het oostelijke kabeljauwbestand in de Oostzee heeft ICES in mei dit jaar voor 2020 een 0-TAC (‘zero catch’) geadviseerd. Recentelijk gaf ICES op verzoek van de Europese Commissie ook wetenschappelijk advies over de voorgenomen onmiddellijke sluiting van de visserij op oostelijk kabeljauw tot het eind van het jaar. Dat laatste zou volgens ICES betekenen dat het paaibestand in 2020 met slechts 4 procent gegroeid zal zijn. Die geringe groei na een zeer drastische maatregel ten laste van de visserij komt volgens ICES doordat de natuurlijke sterfte een factor drie of vier hoger ligt dan de visserijsterfte. De kabeljauwstand lijdt in de Oostzee onder lage zuurstofgehaltes, parasieten en het wegtrekken van prooivissen.
Net als in de Noordzee was het kabeljauwbestand in de Oostzee in de jaren zestig heel laag en was er sprake van een kabeljauw-explosie in het decennium daarna. Kabeljauw in het oostelijke deel van de Oostzee is daarna een zeer belangrijke soort geworden voor de visserij. Er zouden meer dan 7.000 vissersvaartuigen uit de acht betrokken EU-lidstaten vissen op deze kabeljauw. Op grond van wetenschappelijk advies zijn de totale toegestane vangsten sinds 2014 al elk jaar verlaagd, van 65.934 ton tot uiteindelijk 24.112 ton in 2019. De uitputting gaat langzaam, waarschijnlijk door een gebrek aan vis van commercieel formaat. Tot nu toe hadden de vissers ongeveer 21 procent van het quotum voor 2019 opgevist.
Is het dan niet zo, dat gedurende de afgelopen decennia diverse landen aan de Oostzee ernstig zijn gewaarschuwd voor overbevissing met dalende quotatoewijzing, veelvuldig zijn beboet voor het vangen en aanlanden van ondermaatse vis met name kabeljauw en natuurlijk beboet voor het op grote schaal niet aanmelden van deze vangst en het zwart verhandelen ervan…….
Als ze tot nu toe slechts 21 % van het quotum voor 2019 (legaal) hebben opgevist dan betekent dit toch:
1. Er zit inderdaad nauwelijks nog marktwaardige, maatse vis die voor het nageslacht moet zorgen;
2. Het illegaal vangen van ondermaatse kabeljauw (voor kibbeling en lekkerbekken) gaat gewoon door, als ook de zwarte handel daarvan;
3. Een aanlandplicht is hier dan ook totaal zinloos;
4. Alleen een totaalverbod kan deze desastreuze ontwikkeling tegengaan.
Ja maar, los van deze ergerlijke situatie, daar hebben wij toch geen last van??
Jazeker wel, zoals de afgelopen jaren al is gebleken, loopt ook de visserij ernstig terug in het westelijk deel van de Oostzee en aansluitende wateren. Zoals de Deense wateren, Kleine en grote Belt. Met gevolg: beperking beroepsvisserij EN meeneembeperking voor DE SPORTVISSERIJ OP KABELJOUW.
Gezien de steeds moeizamere, teruglopende vangsten, en om de beroepsvisserij nog een beetje in leven te houden, kun je nu al voorspellen dat DE SPORTVISSERIJ VOLGEND JAAR HET HAASJE zal zijn...….